De
M1 Abrams is een zwaar bepantserde en krachtige
Amerikaanse tank, die ook geschikt is voor biologische en nucleaire oorlogvoering. Hij is genoemd naar generaal
Creighton Abrams (1914-1974) en is vooral bekend geraakt tijdens de
Golf- en
Irakoorlog. De M1 is in staat doelen op een afstand van 3000 meter uit te schakelen. Dit maakt hem superieur ten opzichte van de
Sovjet tanks
T-72,
T-62 en
T-55 van het
Iraakse leger.
De Abrams is zo groot en zwaar dat het grootste
transportvliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht, de
Lockheed C-5 Galaxy, er maar twee van kan meenemen, hetgeen
logistieke problemen veroorzaakt. Zo werden de meeste van de 1848 tanks die tijdens de
Eerste Golfoorlog zijn ingezet aangevoerd per schip, waardoor ze lange tijd onderweg waren.
Begin
jaren '60 begonnen de Verenigde Staten en de
Bondsrepubliek Duitsland samen aan het zeer geavanceerde
MBT-70 project dat een standaard
NAVO-tank zou moeten opleveren. Vanwege gigantische kostenoverschrijdingen verbood het
Amerikaanse Congres echter in
1970 de verdere ontwikkeling. Een goedkoper afgeleid project werd opgezet, de
XM803, waarop de Duitsers zich terugtrokken om hun onderzoek apart voort te zetten, wat uiteindelijk zou leiden tot de
Leopard 2. Ook de XM-803 werd echter verboden, waarna in februari
1972 de beslissing viel een geheel nieuwe tank te ontwikkelen, de
XM815. Haast was geboden want er dreigde een ernstige kwalitatieve achterstand te ontstaan ten opzichte van de tanks van de
Sovjet-Unie.
General Motors en
Chrysler haalden ieder een opdracht binnen voor het fabriceren van een pro
antitankraketten, werd besloten de tank uit te rusten met een door het
Ballistic Research Laboratory te ontwikkelen Amerikaanse variant van het Britse
Burlington-pantser, waarvan de Amerikanen in juli dat jaar de specificaties hadden gekregen. Tegelijkertijd werd het project hernoemd tot
XM1.
In
1976 werden de beide prototypen en de Leopard 2AV beproefd. Hoewel de Duitsers was verzekerd dat hun tank ook in de VS geproduceerd zou worden als hij als beste uit de bus zou komen, kreeg Chrysler op 12 november een contract voor het bouwen van elf verdere prototypes. De Leopard 2 werd afgewezen omdat hij zwaarder en 25% duurder was dan zijn concurrent. Op 7 mei 1979 kreeg Chrysler de opdracht 110 voorserietanks te maken. De tank werd geaccepteerd voor massaproductie en kreeg in februari
1981 de officiële naam
105 mm Gun Tank M1 Abrams.