Vlag van 100% polyester
Afmeting; 1 X 1,5 m
De
Republiek der Zuid-Molukken, of in het
Maleis Republik Maluku Selatan (RMS), was een in 1950 op
Ambon uitgeroepen staat.
Op 27 december 1949 droeg Nederland de soevereiniteit van
Nederlands-Indië met uitzondering van
Nieuw-Guinea over aan de
Republik Indonesia Serikat (RIS), oftewel de
Verenigde Staten van Indonesië, na daarover afspraken gemaakt te hebben op de zogenaamde
Nederlands-Indonesische rondetafelconferentie van 1949. De
Zuid-Molukken maakten toen als
daerah (provincie) deel uit van de
deelstaat Oost-Indonesië. Spoedig na de onafhankelijkheid begon Indonesië onder president
Soekarno met het opheffen van de federale structuur.
Chris Soumokil (van Molukse afkomst, zijn vader kwam van Saparua), die als minister van Justitie en waarnemend premier een belangrijke rol had gespeeld in de regering van de deelstaat Oost-Indonesië, was de drijvende kracht achter verschillende pogingen de deelstaat overeind te houden, zoals de militaire coup van Andi Aziz en een poging tot het stichten van een onafhankelijke staat Oost-Indonesië (april 1950). Toen dat mislukte en de deelstaat zich onderwierp aan de door republikeinen gedomineerde centrale regering, week hij uit naar Ambon, legde contact met een andere Molukse federalist
J.A. Manusama en op hun initiatief werd op 24 april de RMS uitgeroepen en op 25 april door het het hoofd van de daerah Zuid-Molukken (kepala daerah)
Johanis Hermanus Manuhutu de RMS geproclameerd.
[1] Soumokil wilde dat het hoofd de
proclamatie deed en president werd met het oog op internationale erkenning.
Het recht op onafhankelijkheid was in principe op de Nederlands-Indonesische rondetafelconferentie van 1949 erkend, maar de praktische uitvoering ervan moest aan nogal wat voorwaarden voldoen (zoals een
plebisciet en overleg met de deelstaten). De aanhang van de RMS is niet goed meer in te schatten. Er zijn schattingen van 50 tot 70% (op Ambon).
[2] Er was ook een substantiële republikeinse aanhang: bij verkiezingen voor de Zuid-Molukkenraad was de republikeinse partij (PIM) nogal succesvol. Ook 'kepala daerah' Manuhutu was oorspronkelijk republikeinsgezind. De landing van APRIS
[3]-troepen in Makassar, de dreigende opheffing van de deelstaat Oost-Indonesië en geruchten over een landing van APRIS-troepen op Ambon waren van grote invloed op de publieke opinie, waardoor wellicht een toenemende aanhang van de RMS ontstond. Sommige getuigen beweren dat de proclamatie is gebeurd onder fysieke bedreiging van (ex-)
RST-militairen, wat door anderen weer wordt ontkend. Er is nooit bewijs gevonden voor fysieke bedreigingen.
Op dat moment bestond de leiding van de RMS uit onder andere uit:
Op 17 augustus 1950 riep president Soekarno de Indonesische
eenheidsstaat uit en na onderhandelingen en een blokkade begon het
Indonesische leger op 28 september met de invasie van Ambon. Via het toen nog bij het Koninkrijk der Nederlanden behorende Nieuw-Guinea werd tevergeefs militaire steun gezocht bij Nederland, maar ook bij de VS en Australië. Ruim een maand na het begin van de invasie viel op 5 november de hoofdstad
Ambon in handen van het Indonesische leger. De RMS-regering week begin december uit naar het nabijgelegen eiland
Ceram om van daar uit de strijd voort te zetten. Onder leiding van Soumokil werd op dit eiland de
guerrillaoorlog voortgezet.
In 1951 kwamen op dienstbevel bijna 4000, vooral Zuid-Molukse,
KNIL-militairen met hun familie (in totaal ongeveer 12.500 personen) naar Nederland voor wat bedoeld was als een tijdelijk verblijf. Dit na het krijgen van de status van leden van de Nederlandse Koninklijke Landmacht; in het dienstbevel stond dat overbrenging 'noodzakelijk' was. Daarentegen was het de wens van de Molukse militairen om overgebracht te worden naar hun land, de Zuid-Molukken, om zich aan te sluiten bij het leger dat onder leiding stond van Soumokil. Na de Tweede Wereldoorlog was in Nederland een grote woningnood en omdat het om tijdelijke vestiging zou gaan, werden deze families ondergebracht in woonoorden zoals de voormalige concentratiekampen
Westerbork en
Vught.
Indonesische militairen arresteerden Soumokil op 2 december 1963 op het eiland Ceram, waarna de guerrillaoorlog snel ten einde liep. Op 11 maart 1966 nam generaal
Soeharto in Indonesië de macht over van Soekarno en een maand later, op 12 april 1966, werd Soumokil geëxecuteerd. Na deze executie werd de in Nederland wonende Manusama president in ballingschap van de RMS. Door 'generaal'
I.J. Tamaela werd echter enkele jaren later eveneens het presidentschap van de RMS opgeëist al was zijn aanhang kleiner dan die van Manusama.